Jouw lichaam werkt perfect. Het laat je voelen wat goed is voor jou en wat niet. Ook reageert het direct op wat er in je hoofd omgaat. Voor je hoofd maakt het niet uit of de gedachte waar is of niet. Die maakt geen onderscheid tussen werkelijkheid of fictie.

We hebben echter geleerd om voornamelijk ons hoofd te gebruiken.  De verbinding met ons lichaam zijn we geleidelijk steeds meer verloren. Signalen van het lichaam als  hoofdpijn, vermoeidheid, slecht slapen, huidproblemen, buikpijn, hartkloppingen… (de lijst is lang) worden genegeerd. 

Vanuit onze opvoeding en schoolsysteem hebben we bepaalde patronen en overtuigingen meegekregen waarnaar we zijn gaan handelen. Sommige van deze overtuigingen vinden we ook terug in ons taalgebruik. Denk bijvoorbeeld maar aan de volgende uitdrukkingen die dit ook nog eens kracht bij zetten: “de aanhouder wint”, “niet lullen maar poetsen”, “goed doorzetten, dan kom je er wel”…

Ook niet te vergeten: de angst om er niet bij te horen, buitengesloten of veroordeeld te worden doordat je bijvoorbeeld een andere mening of gedachte  deelt. Erg kenmerkend voor de huidige tijd.
Dit speelt niet alleen bij kinderen/jongeren maar ook zeer zeker bij volwassenen. 
Dit heeft allemaal invloed op hoe we ons voelen en daarmee onze gezondheid, met alle gevolgen van dien.